De geschiedenis van broeken gaat terug tot het begin van onze jaartelling, maar aanvankelijk leken ze op panty's omdat ze ook voeten bedekten. Toen werden slangen geïntroduceerd die elk been afzonderlijk omhulden, zonder aan elkaar te worden genaaid - ze werden als kousen aan een riem vastgemaakt. Broeken die de taille bereiken, kunnen ook bestaan uit niet-gemonteerde voor- en achterkant. Eeuwenlang veranderde dit onderste deel van de outfit van lengte en snit afhankelijk van de behoeften van het dagelijks leven en de mode. In het midden van de 19e eeuw ontwierp Levi Strauss spijkerbroeken, die onderdeel moesten zijn van werkkleding. Jeans waren ook bedoeld om weerstand tegen beschadiging en gemak te garanderen. Kort daarna veroverden jeans de wereld. Tegenwoordig zijn de zogenaamde regenpijpen, d.w.z. strakke spijkerbroeken met toegevoegde stretch, een van de meest populaire ontwerpen, ze worden in verschillende kleuren vervaardigd.
