Papiergeld dat door banken is uitgegeven, wordt tegenwoordig bankbiljetten genoemd. Ze zijn meestal goed beveiligd tegen vervalsing en zijn wettig betaalmiddel in een bepaald land of in een bepaald gebied. Bankbiljetten verschenen veel later dan munten. Het eerste geld werd in de 9e eeuw in China gebruikt, in Europa pas in de 17e eeuw. De eerste bankbiljetten hadden een depositokarakter - het was niet mogelijk om er goederen voor te kopen, het was mogelijk om het in te wisselen voor munten bij de bewaarder. Pas in de moderne tijd begonnen bankbiljetten de functie van "normaal" geld te vervullen.