De Latijnse naam van boterbloemen (Ranunculus L.) was oorspronkelijk bedoeld om een kikker aan te duiden, vanwege het feit dat boterbloemen, evenals kikkers, voorkomen op enigszins slappe gronden van Europa, Azië en Afrika (alleen in sommige delen). Deze plant groeit in het wild, maar er zijn ook enkele cultivars. De zogenaamde maisboterbloemen zijn onopvallende en niet erg verfijnde planten, maar contrasteren mooi met het groen van grassen. Ze bloeien in het voorjaar op weilanden en open plekken, b.v. in de schaduw van het Tian Shan-gebergte in het zuiden van Kazachstan. Ondanks een mooie goudgele kleur worden boterbloemen als onkruid beschouwd. Bovendien bevat het giftige stoffen.