Citrusvruchten, bananen, druiven, ananas en meloenen behoren tot de zogenaamde tropische vruchten, d.w.z. de vruchten die groeien in landen met een tropisch en subtropisch klimaat. Velen van hen, zoals ananas of meloen, groeien aan palmbomen; anderen, b.v. citrusvruchten worden geplukt uit loofbomen. De meeste hebben een intense zoete of zoetzure smaak. De vruchten danken deze smaak aan het feit dat ze rijpen in de gebieden met grote instraling. Voor mensen die in noordelijke landen wonen, in koudere klimaatzones, wordt dergelijk geïmporteerd tropisch fruit een vervanging van de zomer, vooral tijdens de wintermaanden. De smaak van deze vruchten doet denken aan zonnige vakanties. Bovendien helpen ze bij het aanvullen van vitamines en mineralen in de periode dat ze moeilijk te vinden zijn in lokale producten.
