Alleen de rijkste mensen konden het zich veroorloven om de muren van gebouwen te schilderen tot in de 19e eeuw. Verfrecepten werden zorgvuldig bewaakt door ambachtslieden, terwijl de bereiding van verf moeilijk en veeleisend was. Alleen natuurlijke ingrediënten, zoals eieren, water en aarde, werden in de historische verven gevonden. Toch waren er vaak schadelijke stoffen zoals lood of kwik die de gezondheid van zowel schilders als bewoners van het geschilderde interieur negatief beïnvloedden. Pas in de tweede helft van de 19e eeuw werden synthetische pigmenten ontdekt - ze zijn veel goedkoper te produceren en veiliger in gebruik. Dankzij hen kan iedereen het huis in elke kleur schilderen.