De symboliek van een paaslam dateert uit de oudheid en is ouder dan het christendom zelf. In het judaïsme was een lam een offerdier en het offeren voor het aangezicht van God werd beschouwd als de uiting van diepe dankbaarheid. In de christelijke traditie is een lam de incarnatie van Jezus Christus die volgens de evangelisten zijn leven heeft opgeofferd om gelovigen te verlossen. Theologen beschouwen dit offer als het allerhoogste en om die reden verwijst het symbool uit het Oude Testament perfect naar de gebeurtenissen uit het Nieuwe Testament.