Lichaamslengte 35 mm, spanwijdte 50-55 mm. De vleugels zijn intens bruin en rood. Het meest onderscheidende kenmerk van deze soort, waardoor hij gemakkelijk te onderscheiden is van andere vlindersoorten, zijn de grote, veelkleurige (blauwzwarte) vlekken ("pauwogen") aan de uiteinden van de voor- en achtervleugels. Deze vlekken zijn een afweermechanisme; Ze imiteren ogen en zouden een potentiële aanvaller moeten suggereren dat hier een gevaarlijk roofdier op de loer ligt. <br />
Het komt voor op open plekken en bosranden, in tuinen, boomgaarden, woestenijen en op veel andere plaatsen. Het komt overal veel voor. De volwassen vorm is de hele zomer aanwezig, hij is te vinden op verschillende bloemen waarvan hij nectar drinkt.